Lies Van Gasse schildert in de tuin van De Hofkamer
Lies Van Gasse schildert visueel gedicht in de binnentuin van de Hofkamer
Lies van Gasse (°1983) dicht met verf en schildert met woorden. Geen wonder dat Herita haar vroeg om een eigen gedicht op de zijgevel van de binnentuin van De Hofkamer aan te brengen. Ze liet zich inspireren door De Goden op de Olympusberg, de monumentale plafondschildering op het gelijkvloers. De mural kan je zelf gaan bewonderen elke zondag van 16 april tot oktober. Ga dat zien!
Wanneer ontdekte je dat dichten jouw talent is?

Van Gasse: "In de middelbare school had ik een leraar Nederlands die poëzieprojecten met de hele klas opzette. Ik volgde toen ook tekenles aan de Academie en daar maakte ik vaak boekjes doorspekt met poëzie. In de hogere middelbare jaren sloot ik me aan bij een schrijfgroepje. We organiseerden muzikale poëzieavonden waar we dan ons eigen werk naar voor brachten. Als ik erop terugkijk, was dat een interessante tijd en een geweldige leerschool."

Je bent van Sint-Niklaas. Waarom ging je in Antwerpen wonen? 

Van Gasse: "Ik heb in Antwerpen gestudeerd. Na mijn studies ging ik nog even in Sint-Niklaas wonen, maar de lokroep van Antwerpen werd te groot. In de eerste plaats woon ik in Antwerpen omdat het cultureel aanbod hier veel groter is. Al snel na mijn verhuis merkte ik ook dat een aantal zaken ineens gemakkelijker liepen. Ik was al een tijdje op zoek naar werk in het deeltijds kunstonderwijs. Hier had ik direct twee jobaanbiedingen op zak."

Samen met een verzameling organisaties uit het brede culturele middenveld hebben we het stadsdichterschap van onderuit nieuw leven in geblazen. Dankzij die breed gedragen steun kunnen we nu een nieuw hoofdstuk schrijven aan het stadsdichterschap.
Lies Van Gasse
Antwerps stadsdichter
Waar haalt je de inspiratie voor je gedichten vandaan?

De inspiratie komt vooral voort uit mijn dagelijks leven, de dingen die ik zie en meemaak. Ik pik zaken op en reflecteer daarover om ze later als metafoor te gebruiken in mijn gedichten. Ik schrijf van nature heel beeldend. Zo begint het gedicht ‘Wenteling XVIII’ in de bundel ‘Wenteling’ (2013, Wereldbibliotheek, Amsterdam) over een landschap vol knotwilgen dat ik in mijn gedicht ‘vuisten waar kruin op groeit’ noem.

Leef je van je dicht- en illustratiewerk? 

Ik combineer deeltijds lesgeven met mijn bijberoep. Het is nooit een optie geweest om alleen maar dichter te zijn. Het lesgeven, het dichten en het illustreren zijn verweven met elkaar en vloeien als het ware in elkaar over. In mijn lessen poëzie voor volwassenen kan ik ingaan op problemen die ik tegenkom in mijn eigen schrijfproces en leg ik graag leesfragmenten voor van collega-dichters. Ik geef ook tekenles voor kinderen. 

Je laat je niet graag in een vakje stoppen.

Het is eigen aan de cultuurwereld dat je in een categorie moet passen. Ik weiger mij te onderwerpen aan de strakke grenzen van zo’n vakje. Het is te beperkend om alleen maar poëzie te schrijven. De meeste dingen die ik doe, zijn cross-over. Ik probeer buiten die vakjes te bewegen. Zo heb ik een graphic novel gemaakt over Nel Duerinckx, de vrouw, muze en enige model van kunstenaar Rik Wouters. Dat was voor mij een heel nieuwe en verrijkende vorm van schrijven en illustreren. 

Kunnen we nog graphic novels van jouw hand verwachten?

Samen met Peter Theunynck werk ik aan een graphic novel over George Sand. Dat is een Franse schrijfster uit de 19e eeuw die een op zijn zachtst gezegd turbulente relatie had met Frédéric Chopin. Ze was één van de eerste Franse schrijfsters die van haar werk kon leven. Ze nam de naam van haar eerste man aan om zo meer werk te genereren. Het was een feministe avant-la-lettre. Het is een complex verhaal.

Hoe beleef jij het erfgoed in Antwerpen?

Het erfgoed heeft mij altijd aangetrokken in Antwerpen. Je vindt hier een enorme rijkdom aan bouwstijlen. Het erfgoed is ook democratisch aanwezig, waarmee ik bedoel dat je de meeste historische gebouwen vlot kan bezoeken. Af en toe brengen we een bezoek aan stadsmusea zoals het museum Mayer van den Bergh of het MAS. Mijn kinderen zijn 6 en 4 jaar. Misschien nog wat jong, maar ze pikken dat sowieso op. Theater en musea liggen bij wijze van spreken om de hoek. De bereikbaarheid is groter waardoor ook de drempel wegvalt. De school van mijn kinderen doet regelmatig cultuur aan, dat juich ik echt toe.

Ik heb een gedicht geschreven over de overmoed van de kunstenaar en zijn drang om bij de goden te willen horen.
Lies Van Gasse
Antwerps stadsdichter
Je was vorig jaar samen met Yannick Dangre, Lotte Dodion, Ruth Lasters en Proza-K aangesteld als Antwerps stadsdichter. Toch beslisten jullie in het najaar dat mandaat neer te leggen. Waarom? 

Ruth Lasters had samen met enkele beroepsleerlingen uit Deurne een gedicht geschreven. In het gedicht gaan ze in tegen de hokjesmentaliteit in het onderwijs. Dat zo’n onderwerp gevoelig ligt, hoef ik niet uit te leggen. Het zou op 1 september gepubliceerd worden als stadsgedicht. Alles stond in de steigers en in De Standaard zou een opiniestuk gepubliceerd worden naar aanleiding van de publicatie. Maar Ruth kreeg op 30 augustus bericht van het stadsbestuur dat ze het niet wilden laten verschijnen als stadsgedicht. Ruth nam daarop prompt ontslag als stadsdichter.
We speelden even met het idee om allemaal ontslag te nemen, maar besloten om in dialoog te gaan met de stad. We wilden namelijk de positie van de stadsdichter verstevigen, voor ons en ook voor zij die na ons komen. Van dialoog was helaas weinig sprake en op 6 november beslisten we de handdoek in de ring te gooien. Het had geen zin te blijven wachten op een overeenkomst die de ruimte voor het vrije woord voor de stadsdichters zou waarborgen terwijl tegelijk de culturele projectsubsidies werden afgeschaft.

Hoe kijk je terug op die periode?

Ik vind het heel spijtig dat het zo gelopen is. De stad heeft zich in deze kwestie op een negatieve manier in de kijker gewerkt. En het ergste is dat er geen beterschap op komst is. Het gebrek aan dialoog vanuit de stad vind ik een zorgelijke evolutie. 

Ondertussen bent je wel weer als stadsdichter aan de slag.

Samen met een verzameling organisaties uit het brede culturele middenveld hebben we het stadsdichterschap van onderuit nieuw leven in geblazen. Dankzij die breed gedragen steun kunnen we nu een nieuw hoofdstuk schrijven aan het stadsdichterschap. Ik ben hen daar zeer dankbaar voor. Met het project van de mural op de zijgevel van de binnentuin van de Hofkamer was ik al bezig onder het oorspronkelijke stadsdichterschap. Na de doorstart van het nieuwe stadsdichterschap liet Herita mij weten dat ze het project nog steeds wilden verder zetten. 

Hoe komt de plafondschildering De Goden op de Olympusberg bij je binnen?

Ik vind het een heel vol schilderij. Het komt bij mij binnen als een ‘horror vacui’, de angst voor het lege. Het vult de ruimte op het gelijkvloers op een heel nadrukkelijke manier. 

Je baseert je op het schilderij voor je gevelgedicht. Wat mogen we verwachten?

In het begin heb ik toch even de juiste toon moeten zoeken. Ik wou een dialoog aangaan met het schilderij, maar ook weer niet te nadrukkelijk. Ik heb een gedicht geschreven over de overmoed van de kunstenaar en zijn drang om bij de goden te willen horen. Het gedicht combineer ik met een tekening waarbij de goden hun Olympusberg verlaten en zich tussen de mensen op aarde begeven. Zij hebben als het ware het omgekeerde verlangen. De mens wil tussen de goden wonen op de Olympusberg. Die twee bewegingen zijn in het gedicht en de tekening aanwezig. 

Heb je een favoriete ruimte in De Hofkamer? 

Het gelijkvloers met de plafondschildering is de mooiste ruimte. Ook het werk van kunstenaar Koen van den Broek op de eerste verdieping vind ik absoluut de moeite om te verkennen en te bewonderen. Ik weet dat er voor- en tegenstanders van zijn. Het is een gedurfde zet om actuele kunst te verbinden met erfgoed. Het werkt wel en volgens mij zit daar veel toekomst in. 

Het is niet mijn eerste mural, maar wel de grootste tot nu toe.
Lies Van Gasse
Antwerps stadsdichter
Is dit je eerste mural?

Het is niet mijn eerste mural, maar wel de grootste tot nu toe. Enkele jaren geleden mocht ik een muurschilderij maken in het Sint-Jansziekenhuis in Damme. Ooit maakte ik een heel mooi muurschilderij in een loft in Gent voor een kunstenfestival, maar dat is helaas overschilderd. Op de Brialmontsite, het vroegere Brilschanspark, in Antwerpen kreeg ik de kans een bakstenen huisje te overschilderen met een schilderij op basis van één van mijn gedichten. 

Gaan erfgoed en poëzie hand in hand? 

Dat is niet zo’n evidente combinatie. Mijn manier van poëzie schrijven, is eerder vernieuwend te noemen. Erfgoed focust op bewaring en ontsluiting. Beide in elkaar doen passen, is een niet zo voor de hand liggende oefening. Toch kan het zeker werken, kijk maar naar wat we nu doen in de binnentuin van De Hofkamer. Mijn illustratiewerk leent zich dan weer wel om literair erfgoed op te waarderen. Zo heb ik recent een graphic poem gemaakt rond dichtwerk van Guido Gezelle, ‘Vliegoefeningen’ genaamd. Het legt een nieuwe klemtoon op de ecologische insteek van zijn schrijfsels. Dat mijn beeldend werk een literaire grootheid als Gezelle weer onder de aandacht brengt, vind ik een hele eer. Zo trok het Gezellearchief met de graphic poem naar scholen om er workshops mee te organiseren. 

Elke mens heeft wel zo’n plek waar alles samenkomt, waar hij/zij zich goed voelt. Heb je als visueel dichter zo’n plek waar je graag naar teruggaat? 

Ik heb dat met het Lappersfortbos bij Brugge. Als stadsdichter van Brugge leerde ik het bos kennen. Die ontmoeting is belangrijker geweest voor mijn later werk dan ik aanvankelijk dacht. Het is een prachtig bos dat dankzij de inzet van de natuurbeweging ook bos gebleven is. Ooit heb ik er een gedicht voorgedragen tijdens de Nacht van de Vleermuis. Die combinatie van poëzie en natuureducatie ligt mij en sluipt wel vaker in mijn werk. Sindsdien let ik meer op die kleine natuur. Het heeft onder meer geleid tot de dichtbundel beestjes (2021). 

Benieuwd naar de reacties op je mural?

Heel benieuwd! Ik ben wel wat zenuwachtig hoe mensen gaan reageren, maar kijk er met alle vertrouwen naar uit. 

Lies Van Gasse schildert in de tuin van De Hofkamer

Kom zelf kijken 

Wil je het nieuwe gevelgedicht komen bekijken? Elke zondag (van 16 april tot en met 29 oktober 2023) zet De Hofkamer de deuren open. Bij het bezoek is de audiotour en een koffie in de nieuw aangelegde tuin inbegrepen. Voor kinderen is er een opdrachtenboekje met zoektocht.